Het kleinste roofdier van Europa
Heb jij het kleinste roofdier van Europa wel eens gezien? Deze fascinerende jagers bewegen zich soepel en snel vooruit met hun lange, slanke lichaam, met sprongen van wel 30 cm. Je herkent ze aan de bruingrijze rug, witte buik en soms witte voetjes. Ook op de Nationale Natuurwerkdagen zijn er klussen te doen waarbij je iets betekent voor de leefomgeving van de wezel.
Wezels komen in heel Nederland voor (met uitzondering van de eilanden) en leven vooral in open en droge natuur- en cultuurlandschappen. Het zijn echte jagers! Overdag zijn ze actief en op het menu staan muizen, ratten, mollen, vogeltjes, maar ook slakken, kikkers en jonge hazen. Door op hun achterpoten te staan, speuren ze de omgeving af naar prooien. Dit heet ook wel kegelen. In de nazomer heb je de meeste kans om een wezel te zien.
Bedreigingen voor de wezel
Wezels zijn een beschermde soort in ons land. Citizen science laat zien dat de aantallen wezels in ons land de afgelopen jaren niet heel sterk gewijzigd zijn, maar dat wezels toch wel minder gezien worden.
Een gezond kleinschalig cultuurlandschap met voldoende schuilmogelijkheden is belangrijk voor de wezel. Ze zoeken vaak dekking in heggen, houtstapels en spleten van huizen. Zonder deze schuilplekken zijn ze erg kwetsbaar en vallen ze makkelijk ten prooi aan vijanden als roofvogels en katten.
Wat we doen voor de wezel
Op de Nationale Natuurwerkdagen gaan we aan de slag voor wezels door het maken van takkenrillen. Dit maken we van snoeihout en plaatsen we aan bosranden en boomgaarden. Een takkenril is een beschutte woon-, schuil- en voortplantingsplek voor wezels en andere kleine zoogdieren zoals egels en muizen.
Wil jij ook iets doen voor de wezel? Kies een mooie klus uit bij jou in de buurt en meld je aan.